In de twee weken die volgden bleven ze passief. Ik zag het aan de houding: ze zaten onderuitgezakt en bijna geen van hen had de leermiddelen (spullen) op orde had. Twee meiden achterin zaten (demonstratief) naar elkaar toegedraaid en waren vooral met elkaar bezig. Volledige desinteresse; hun gezichtsuitdrukking sprak boekdelen. Ook het feit dat ze samen met één pen deden en geen boek of laptop bij zich hadden, zei mij genoeg.
Dat zweet moet op de juiste rug!
Nu is het vak bedrijfsadministratie niet het meest sexy vak, dat is mij bekend. Toch wilde ik de uitdaging oppakken om de studenten te betrekken bij de les, of eigenlijk bij hun opleiding. Tenslotte gaat het erom dat ze opgeleid worden voor hun beroep. Dit vak is daar slechts een onderdeeltje van.
Docenten willen graag dat hun lessen lukken. Daar bedoel ik mee: alles wat studenten niet doen, zelf gaan doen. Bijvoorbeeld als studenten geen boeken bij zich hebben, deze kopiëren. Als ze geen pen of papier bij zich hebben, het uitdelen. Kortom het zweet komt op de verkeerde rug. De docent raakt gefrustreerd én de student onverschillig. Ik weet niet of het zo is, maar mijn indruk was dat studenten daar gewend aan zijn. Ik wilde die gewenning ombuigen om zo betere en interessantere lessen te kunnen geven, dus met de klas dat proces aan gaan ‘van onverschilligheid naar betrokkenheid’. Bij een proces weet je echter nooit van tevoren wat wel of niet werkt. Anders is het geen proces, maar een stappenplan.
Gewoonte tot succes. Tips hoe je elke student aan het leren krijgt
Op het moment dat ik mij realiseerde dat ‘ruis’ mijn les verstoorde, had ik (gelukkig) een paar dagen tijd om na te denken wat er aan de hand was én wat nodig was. Toevallig las ik net het boek van Harry Fletcher-Wood: “Habits of Succes” (2022). Het boek heeft als thema hoe je elke student aan het leren krijgt. Fletcher-Wood beschrijft daarin dat het belangrijk is om te kiezen wat je het eerst wilt aanpakken: kies welke gewoonte bijdraagt aan succes/ leren. Ik koos voor een praktisch, concreet doel: spullen op orde. Ik heb alle studenten via de teams-chat laten weten dat ik verwacht dat zij hun spullen vanaf de eerstvolgende les (zelf) bij zich hebben. Ik gaf heel precies aan welke spullen dat waren. Dit heb ik per student gecommuniceerd. Hiermee wilde ik duidelijkheid scheppen dat ik de les serieus neem. De les stelt wat voor en zij spelen daar een rol in.
Succes met onderzoekend lesgeven
En de eerstvolgende les? Iedereen had inderdaad de spullen op orde. In die les heb ik studenten persoonlijk gevraagd hoe het komt dat zij tot nu toe hun boek niet bij zich hadden. Een aantal gaf aan dat het hun ervaring is, dat de boeken niet gebruikt worden. Ik heb daarom afgesproken dat als bleek dat ze het boek niet nodig hadden, ze mij na het examen daar op mochten aanspreken. De les heb ik afgesloten met een aantal vragen als: “Wat heb je geleerd?”, ”Wat waren de belangrijke onderwerpen, denk je ?” en Wat kan ik als docent meer of anders doen?”.
Stiekem betrapt op aandacht
En die twee meiden achterin? Ze zijn zeker niet als een blad aan een boom omgedraaid, maar ik heb ze stiekem kunnen betrappen op aandacht. Ze zitten niet meer naar elkaar toegedraaid en stellen zowaar vragen! Of het mij lukt de studenten te blijven betrekken bij de les, zal moeten blijken. Het onderzoekend lesgeven gaat altijd door! Door de combinatie van eisen stellen en studenten persoonlijk te benaderen, probeer ik hen een gevoel van competentie en autonomie te geven en daarbij een relatie op te bouwen. De kenner herkent hierin de motivatietheorie van Desci & Ryan (1980).
Het mooie van onderzoekend lesgeven?
‘Het mooie van onderzoekend lesgeven? Dat je jezelf de ruimte geeft om te leren en te experimenteren ofwel beter te worden. Je gaat er niet vanuit dat je weet hoe het moet, maar wilt het ontdekken. Elke onderwijssituatie is een mix van weten hoe het moet in het algemeen naar hoe het moet in deze situatie.’
Meer weten?
Wil je meer weten over onderzoekend leren of studenten aan het leren krijgen? Neem dan gerust eens contact met Ruth op.
Lees ook het blog van John van der Vegt: de blokfluit en de weg naar onderzoek